De grote bloedsomloop:

-Zorgt ervoor dat bloed in alle bloedvaten komt, behalve in die van de longen.

 

-Het bloed verlaathet hart via een slagader, deze vertakt naar alle organen en weefsels.

Zuurstofrijk bloed voorziet zo de organen van zuurstof.

-De fijnste vertakkingen heten haarvaten, deze vormen een overgang tussen slagaders en de aders.

In de organen nemen deze haarvaten het zuurstofarme en kooldioxiderijke bloed op.

-Zij verenigen zich weer tot bloedvaten die nu aders zijn genoemd, via de aders gaat het bloed weer terug naar het hart, waar het de kleine bloedsomloop weer ingaat.

 

-Een ader komt niet samen met andere aders in de holle aders: de poortslagader.

Deze ader ontspringt aan de dunne darm, en gaat vanaf daar naar de lever.

Het sluitstuk van het spijsverteringsproces, en begin van de stofwisseling.

 

Hieronder de beide bloedsomlopen.