Hoe werkt dit nu met de weefsels?

 

 

Als we gaan kijken naar hoe dit van invloed is op weefels, nemen we het voorbeeld van spierweefsel:

spierweefsel wordt opgebouwd uit cellen, die naar bouw en functie bij elkaar horen, deze cellen zijn dus alleen voor spierweefsel bedoeld.

Al deze spiercellen bij elkaar gebundeld zijn uiteindelijk dus "spierweefsel" geworden.

 

Er zijn vier verschillende soorten weefsels:

1 Epitheelweefsel : De cellen van het epitheelweefsel liggen zeer dicht aaneengesloten, er zit dus niet veel celtussenstof in.

Hierdoor vormen ze een goede barriere tegen invloeden van buitenaf. Dit weefsel bevind zich bijvoorbeeld in de huid, maar ook in de darmwand, die beide op deze manier een goede bescherming hebben tegen bijvoorbeel bacteriën.

 

Wat zijn nu de functies van het epitheelweefsel?

-Ze vormen een goede bescherming van onderliggende weefsels, denk aan de huid, die zorgt ervoor dat ziekteverwekkers in bijvoorbeeld de lucht, niet zomaar ons lichaam kunnen binnen dringen.

-Ook de slijmvliezen beschermen ons tegen ziekteverwekkers.

-Epitheelcellen zorgen ook voor een goede afscheiding van zweet, slijm, en spijsverteringssappen zoals speeksel.

-Epitheelcellen dragen ook bij aan de uitwisseling van stoffen: denk aan de uitscheiding van stoffen in de nieren bijvoorbeeld.

Sommige epitheelcellen kunnen hun eigen stoffen produceren, deze worden de "kliercellen" genoemd, dit zijn cellen gebundeld tot klieren, welke hun grondstoffen uit afscheidingsproducten uit het bloed kunnen halen.

 

De klieren heb je in twee "soorten":

1 ) Exocriene klieren( externe secretie) :deze klieren scheiden af naar buiten, en lozen hun afscheidingsproducten af via een afvoerbuis, die in een lichaamsholte( bijvoorbeeld de darmen)  of naar de buitenwereld(bijvoorbeeld de mond)  worden geloosd. 

2) Endocriene klieren: (Deze scheiden af naar binnen, interne secretie genoemd

Deze klieren hebben in tegenstelling tot de exocriene klieren géén afvoerbuis, maar scheiden hun afscheidingsproducten direct af aan de bloedbaan.

Deze afscheidingsproducten noemen we: hormonen.

Hormonen hebben een hele belangrijke rol in de spijsvertering.

Voorbeelden van endocriene klieren zijn: de schildklier en de bijnier.

 

Er zijn ook organen die zowel naar binnen als naar buiten afscheiden, de alvleesklier bijvoorbeeld.